Enkele hoogtepunten.

Castres en de Tarn..
Het departement Tarn is genoemd naar de gelijknamige rivier, de Tarn. Albi is de hoofdstad van het departement waarvan Castres één van de districten is. De rivier, de Tarn, heeft talrijke diepe inkepingen geslepen in het landschap, de zogenaamde Gorges du Tarn, met honderden meters diepe dalen en spectaculaire uitzichten. In Amerika noemt men dergelijke kloven canyons.

Gorges du Tarn.

De Sidobre.
Dit is een "granieten plateau", met enorme steengroeven en vreemde tot bollen geërodeerde granietrotsen.

Massieve granieten rots van de Sidobre, de Peyro Clabadro.

Mazamet.
Bij de wielerliefhebbers gekend als de geboortestad van een Franse wielergrootheid, en ook om de wolfabrieken en de witlooierijen.

La Montagne Noire.
Een gebergte met twee gezichten. Langs de noordkant is het bedekt met donkere wouden. de zuidelijke kant is droger en kaler.

La Montagne Noire.

Le Pic de Nore.
De berg is met 1.21 meter het hoogste punt van La Montagne Noire. Op de top staat er een 102 meter hoge transmissie en communicatie toren. Vanuit Mazamet is de klim 12 km lang en met een hoogteverschil van 970 meter. Op de klim zijn er enkele stroken van 11%. Een van de hoogtepunten tijdens de fietsweek.

Pic de Nore.